Wijzigingen brandmeld gerelateerd in Besluit Bouwwerken Leefomgeving

1 januari 2024: Besluit bouwwerken leefomgeving

Zoals inmiddels bekend is de inwerkingtreding van de Omgevingswet en daarmee ook het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) uitgesteld naar 1 januari 2024. Diverse wijzigingen waarvan gepland was dat deze met de inwerkingtreding van het Bbl ook in zouden gaan, schuiven hiermee ‘automatisch’ mee naar 1 januari 2024. Dit komt omdat deze wijzigingen alleen als Bbl-teksten in het Staatsblad zijn gepubliceerd, en niet als Bouwbesluit-teksten. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat deze wijzigingen dit jaar alsnog als Bouwbesluit-tekst in het Staatsblad zullen worden gepubliceerd en zodoende eerder dan 1 januari 2024 in werking kunnen treden.

Hieronder is een overzicht gegeven van de wijzigingen die de afgelopen tijd gepubliceerd zijn. De inwerkingtredingsdatum hiervan is nog niet formeel gepubliceerd, maar uit de toelichtingen is op te maken dat dit tegelijk met de inwerkingtreding van het Bbl zal zijn.

Uiteraard zijn er nog meer verschillen tussen het huidige Bouwbesluit 2012 en het Bbl. In het ‘Praktijkboek Bbl’ zijn de belangrijkste inhoudelijke verschillen met het Bouwbesluit 2012 duidelijk aangegeven.  

Praktijkboek BBL

Brandveiligheid

Er worden nieuwe bouwkundige eisen ten aanzien van liften in nieuwe woongebouwen gesteld. Het gaat alleen om liften in een (gemeenschappelijke) toegankelijkheidssector, bij kleine woongebouwen geldt dit dus niet. Het doel van deze eisen is dat liften beter worden beschermd tegen brand en rook, zodat de kans dat een lift bij brand door minder zelfredzamen, die niet zelf via een trap kunnen vluchten, kan worden gebruikt groter wordt.

  • De WBDBO van een brandcompartiment naar een lift in toegankelijkheidssector in een woongebouw moet 60 minuten bedragen (artikel 4.53, lid 1, Bbl).
  • Voor een lift in een toegankelijkheidssector in een woongebouw is een voorportaal (extra beschermde vluchtroute) vereist waaraan geen woningtoegangen mogen grenzen (artikel 4.77a Bbl). Het Bbl stelt geen nadere eisen aan de afmetingen van dit voorportaal. Wel zal dit portaal zodanig moeten zijn dat hierin de vereiste keermogelijkheid voor rolstoelgebruikers (vlak van 1,5 m x 1,5 m) past.
  • De elektriciteitsvoorziening van een lift in een toegankelijkheidssector moet in een 60 minuten brandwerend afgescheiden ruimte liggen. Deze wbdbo geldt in de richting van de ruimte met de elektriciteitsvoorziening (artikel 4.218a Bbl).

Sprinklerinstallatie in parkeergarages onder slaapgebouwen

Parkeergarages onder gebouwen waarin wordt geslapen (woningen, kinderopvang voor kinderen < 4 jaar, celfuncties, logiesfuncties of gezondheidszorg met bedgebieden) moeten bij nieuwbouw worden voorzien van een automatische blusinstallatie (bijv. een sprinklerinstallatie) (artikel 4.223a, Bbl). Hierop zijn enkele uitzonderingen.

De eis geldt niet als de bovengelegen gebruiksfunctie een vloer van een verblijfsgebied heeft die hoger ligt dan 13 meter boven het meetniveau en voldaan wordt aan de volgende drie voorwaarden:

  • Ten eerste mag de parkeergarage niet groter zijn dan 1000 m².
  • Ten tweede moet de bovengelegen gebruiksfunctie ten minste een vluchtroute hebben waarvan de ruimte waardoor deze vluchtroute voert niet bereikbaar is vanuit de parkeergarage. Hiermee wordt beoogd dat bij brand in de parkeergarage deze vluchtroute niet wordt bedreigd door brand en rook en daarmee bruikbaar blijft voor het vluchten van de personen in de bovengelegen gebruiksfunctie naar het aansluitend terrein. (Het niet bereikbaar mogen zijn vanuit de parkeergarage betekent ook dat het toepassen van een brand- of rooksluis tussen de parkeergarage en de ruimte waardoor de vluchtroute voert niet is toegestaan.)
  • Ten derde mag de parkeergarage niet zijn voorzien van een automatisch parkeersysteem. Dit omdat bij een automatisch parkeersysteem de auto’s heel dicht naast en ook boven elkaar worden geplaatst en de risico’s op een extreme en langdurige brand groter zijn dan in een normale parkeergarage.

De eis van de automatische blusinstallatie geldt ook niet als de bovengelegen gebruiksfunctie geen vloer van een verblijfsgebied heeft die hoger ligt dan 13 m boven het meetniveau. Deze uitzondering geldt weer niet als:

  • de parkeergarage groter is dan 1000 m²; én
  • de bovengelegen gebruiksfunctie slechts één vluchtroute heeft waarvan de ruimte waardoor deze vluchtroute voert bereikbaar is vanuit de parkeergarage.

De blusinstallatie moet worden voorzien van een geldig inspectiecertificaat op grond van het CCV-inspectieschema Brandbeveiliging.

Verduidelijking eisen voor vrijhouden vluchtroutes

In hoofdstuk 6 (Gebruik van bouwwerken) van het Bbl worden in afdeling 6.2 (Brandveiligheid) twee artikelen toegevoegd die concrete eisen stellen aan het brandveilig gebruik van vluchtroutes in een gemeenschappelijke verkeersruimte in woongebouwen. Er wordt een (niet limitatieve) lijst gegeven van brandbare objecten die niet in de vluchtroute aanwezig mogen zijn:

  • meubilair, met uitzondering van meubilair dat onbrandbaar is;
  • elektrische vervoersmiddelen (zoals scootmobielen);
  • huisvuil, grofvuil, oud papier, kratten;
  • decoratie, met uitzondering van decoratie dat onbrandbaar is.

Naast het verbod op brandbare objecten wordt in het Bbl geregeld dat er geen objecten in de vluchtroute aanwezig mogen zijn die het vluchten belemmeren. Het gaat daarbij in ieder geval om objecten die de bouwkundige vrije breedte van de verkeersruimte (gang, trap e.d.) inperken, tenzij er ten minste een beschikbare breedte overblijft van 1,2 m

Verlagen van de brandklasse van binnendeuren in een extra beschermde vluchtroute

Voor vaak geopende deuren grenzend aan extra beschermde vluchtroutes wordt de brandklasse verlaagd van B naar D bij nieuwbouw en van 2 naar 4 bij bestaande bouw. Dit gaat dan bijvoorbeeld wel voor woningtoegangsdeuren gelden, maar niet voor deuren van bergingen of meterkasten grenzend aan een extra beschermde vluchtroute.

Plaats een reactie